Palliatieve zorg vanuit de antroposofische geneeskunde

23 november 2020 | Palliatieve zorg

Palliatieve begeleiding behoort tot het meest dankbare en soms meest arbeidsintensieve werk van de huisarts.

De meeste antroposofische artsen in Nederland zijn huisarts en begeleiding van terminale patiënten behoort dus tot ons gewone takenpakket. Het is een groot goed, dat je in Nederland met goede zorg gewoon thuis kunt overlijden.
Het gaat altijd om zorg op maat. Wat heeft deze mens op dit moment in zijn leven nu van mij nodig? De arts-patiëntrelatie verbreedt zich al snel tot een zorgteam met mantelzorgers, wijkverpleging of medewerkers van een hospice.

Madeleen Winkler, antroposofisch huisarts te Gouda

Madeleen Winkler, antroposofisch huisarts te Gouda

Soms is er sprake van ouderdom. Het leven is gewoon op. Soms is er een chronische of ernstige ziekte zoals COPD, hartfalen of Amyotrofische Lateraal Sclerose. Bij kanker is er vaak al een lang traject aan voorafgegaan. Mensen hebben gekozen voor operatie, chemotherapie, bestraling of immunotherapie, maar de tumor en metastasen groeiden gewoon door en voor het palliatieve traject wordt terugverwezen naar de huisarts. Diehards kiezen soms direct voor alleen complementaire benadering en wijzen de chemo etc. af.
Het valt me op, dat na bestralingen en vooral na chemotherapie het proces vaak moeizamer verloopt, mensen minder makkelijk ‘loskomen’ uit het lijf dat meer ‘verhard’ is. We komen vaak niet uit zonder pijnstilling, tot aan morfine toe. Volgens de standaard is het doel iemand zo ‘comfortabel’ mogelijk te houden. Niet geheel beneveld te zijn door de pijn, maar ook niet volledig pijnvrij, alsof er niets aan de hand is. Je lichaam verlaten aan het eind van je leven is ook een proces, waarvan pijn een onderdeel kan zijn. Het is altijd indrukwekkend om te zien hoe iemand naar het einde toeleeft, het vaak steeds vanzelfsprekender wordt en iemand zegt: ‘ik hoef niet meer in dit lijf en in dit leven, het is klaar’. Voor familie en omstanders, die dat zelf niet aan den lijve ondervinden, is dat dikwijls heel moeilijk om aan te zien. Ook zij hebben onze zorg nodig en moeten in het proces meegenomen worden. Gesprekken met ieder apart en samen over: hoe gaat dit verder, wat kun je verwachten, wat is doodgaan en hoe kijk je aan tegen wat daarna komt? Vanuit de antroposofische geneeskunde zien we de mens als een wezen dat altijd een ontwikkelingsproces gaat, ook tijdens een ziekte en zeker in de laatste levensfase. Met eerbied kijken we naar dat proces. Doodgaan wordt ook wel ‘geboren worden in de geest’ genoemd. Ook na bijna-doodervaringen beschrijven mensen het doorgemaakte proces als het indrukwekkendste van wat ze in hun leven hebben meegemaakt!

Euthanasie

In de oudheid zei men zoals Izaak in de Bijbel: ‘Kom bij me en laat me je zegenen, want ik voel dat ik ga sterven’. Die vanzelfsprekende omgang met het eigen sterven zie je tegenwoordig nog maar zelden. Mensen voelen het wel, maar vertalen het – soms – in de vraag naar euthanasie. Die (soms dwingende) vraag komt ook vaak vanuit de familie of omgeving die het lijden van hun dierbare niet aan kan zien. De vraag naar euthanasie komt ook voort uit angst voor heftig lijden, onttakeling en verlies van menswaardigheid, bijvoorbeeld als je dat in de omgeving hebt meegemaakt. Vertrouwen is dan als eerste nodig. Vertrouwen dat je dit proces goed doorkomt. Vertrouwen dat je omgeving je steunt. Vertrouwen dat je arts er voor je is en de vele hulpmiddelen kent en zal inzetten om het geheel dragelijk te houden. Vertrouwen ook dat je je over mag geven en het leven zijn loop zal hebben tot het bij jou passende einde toe. Sommige mensen pakken dat op door hun eigen uitvaart tot in de puntjes voor te bereiden. Ook terugkijken op je leven en eventuele nog niet voltooide dingen afronden, conflicten nog uitpraten, is behulpzaam. Belangrijk is dan het vinden van de juiste balans tussen bezoek om afscheid te nemen, alleen met de intimi te zijn én rust en innerlijke stilte te vinden. De vraag of iemand daarbij behoefte heeft aan een bezoek van een geestelijke hoort daar ook bij.
Voor iemand die de vele literatuur over het leven na de dood kent, maakt het uit hoe iemand de overgang maakt, of het leven helemaal ten einde is of niet. Euthanasie doe ik uit principe niet, omdat ik iemand het indrukwekkendste proces in zijn leven niet wil afnemen. Wel geef ik altijd de belofte, dat we er alles aan zullen doen om het proces gezamenlijk te gaan en dragelijk te houden. Desnoods kan dat in de laatste fase met palliatieve sedatie, waarbij morfine per infuus de pijn vermindert en dormicum iemand desgewenst in slaap kan houden. Daaraan vooraf gaat een passend afscheid van de dierbaren. Wanneer iemand de beslissing heeft genomen: ‘Ik wil nu alleen nog slapen’ laat diegene ‘los’. Met die innerlijke bewustzijnsstap zet vaak het stervensproces in, waardoor het overlijden zelden meer dan een paar dagen later een feit is. Door de belofte dat deze mogelijkheid er is en de dokter je niet in de steek laat kiezen de meeste mensen voor het natuurlijk sterfproces en verdwijnt de euthanasiewens. Een enkeling kiest voor een andere arts, die wel bereid is euthanasie te geven. En dan zie je regelmatig iets heel bijzonders: de zekerheid dat de afspraken gemaakt zijn voor nu of voor later, maakt bij een aantal mensen dat ze daardoor ‘los’ kunnen laten en voordat het tot euthanasie kon komen heel rustig komen te overlijden.

Medicatie en therapieën

Als mens leven we in een lichaam op aarde. Ieder heeft zijn individuele DNA, vingerafdruk en immuunsysteem. Je zou dat de fysieke afdruk van zijn individualiteit, zijn ‘Ik’ kunnen noemen. Bij het sterven laat het Ik los. Dat loslaat-proces kun je als het ware voor doen met bijvoorbeeld dagelijks een subcutane injectie Olibanum comp. Dit is een combinatie van Aurum D30/Olibanum D12/Myrrhe D6, dus myrrhe, wierook en goud in oplopende potenties/verdunningen. Door het middel als injectie toe te dienen komt het snel in de extracellulaire ruimte, wordt in de bloedbaan opgenomen en komt daarmee in het gebied van het Ik, de individualiteit. Hiermee dwing je niet, maar geef je een voorbeeld hoe je los kunt laten.
Terminale patiënten zijn heel gevoelig voor aanraking. Alle uitwendige therapieën kunnen zo ook behulpzaam zijn in het langzaam loslaten: voeten wrijven met koperzalf, lavendel- of rozenolie. Ook een speciale inwrijving van het hart als orgaan van het Ik kan het Ik versterken in het gaan van de passende weg in het loslaten. Zo kan ook Oxaliszalf over de buik, een warme kamille buikwikkel of een duizendblad/millefolium leverwikkel klachten verlichtend zijn. De warmte van de handen, een kruik en zachte warme stoffen kunnen daarbij het gevoel van geborgenheid vergroten.

Doorliggen is heel goed te voorkomen door de kwetsbare huiddelen regelmatig, bijv. 2 x daags of bij elke keer draaien bij wisselligging, in te smeren met Venadoron, ook wel Lotio pruni comp. cum cupro genoemd. De vitaliserende werking van de prunus op de huid wordt gecombineerd met koper, hetgeen doorwarmt en daarmee de doorbloeding bevordert.
Speciaal voor slecht genezende wonden is, destijds voor lepra wonden, Vulnodoronzalf ontwikkeld op basis van een aantal mineralen in een heel bijzonder bereidingsproces, waardoor de vrijwel ‘dode’ huid regenereert en herstel intreedt.
Dat eten en drinken langzamerhand oninteressant worden ligt natuurlijk in het normale proces van naar de dood toegroeien, dus vooral niet opdringen! Licht verteerbare soepen, theeën, vruchtensappen en voedingsmiddelen waar de zieke trek in heeft zijn passend.
Bij kankerprocessen zijn er goede ervaringen met maretak-preparaten. Daarbij blijft de conditie vaak heel lang goed en ondersteun je het houden van de eigen regie. Ook in de terminale fase is het daarom zinvol om de maretakinjecties door te zetten, als ondersteuning van het Ik.
Voor veel lichamelijke ongemakken, zoals obstipatie, misselijkheid en pijn zijn er, afhankelijk van de situatie en de persoon, natuurlijk ook vele antroposofische en homeopathische middelen beschikbaar, zoals chelidonium, balsemieke melissegeest, gentiana, oxalis of aconitum. Bijzonder goede ervaringen zijn er met Naja comp, een mengsel van slangengiffen, zowel per injectie of als druppels, dat verlichting geeft bij pijn en paresthesieën na chemotherapie.
Loslaten is ook een vorm van ‘uitademen’. Door kunstzinnige therapie, door te tekenen, te schilderen, door te kijken naar de schilderende therapeut of naar passende schilderijen wordt het innerlijk in beweging gebracht en het loslaatproces ondersteund. Datzelfde geldt, luisterend, voor muziektherapie.
Palliatieve zorg is een continu proces van waarnemen wat er nu nodig en behulpzaam is, en creatief blijven zoeken naar de beste oplossing. Door in de laatste fase een dagelijkse visite af te leggen en mijn 06 nummer te geven voor overleg en indien noodzakelijk een bezoek ’s nachts of in het weekend, ontstaat het vertrouwen om los te laten en toe te leven naar het ‘over de drempel’ gaan. Steeds weer is het een uitdagende zoektocht, maar ook een dankbaar onderdeel van ons vak!

 

Bronvermelding:

Bovenstaand artikel is verschenen in TIG
TIG – tijdschrift voor integrale geneeskunde | jaargang 34 | nummer 4 | 2019