Nieuwsbrief Wederzijds voorjaar 2021
Workshops van Wederzijds en de maatregelen rond corona
Helaas moest het bestuur van Wederzijds twee workshops in april uitstellen tot een later datum. Die workshops met Jaap van de Weg en met Jolien Wilmar houdt u dus nog van ons tegoed.
Maar het lijkt er op dat de volgende workshops, in Eindhoven en in Zutphen, wel kunnen doorgaan! Er kan maar een beperkt aantal mensen bij deze workshops meedoen en de ruimte wordt passend ingericht, met de stoelen op voldoende afstand. Na afloop van de workshop ontvangt u een factuur voor de kosten, omdat het doorgaan van deze workshops niet helemaal zeker is. U betaalt dus pas na de workshop.
WORKSHOPS VAN WEDERZIJDS
Workshop met Luc Vandecasteele in Veldhoven (bij Eindhoven)
In de laatste levensfase doen we nieuwe ervaringen op, voordat we echt klaar zijn om te sterven. Een van die ervaringen is het durven en kunnen loslaten. Bij euthanasie maak je die essentiële fase niet mee. Wat mis je dan?
Luc Vandecasteele (arts) bespreekt welke vormen van loslaten er aan de orde zijn, zowel voor als na het sterven. Na de inleiding worden, in gezamenlijk gesprek, persoonlijke vragen en ervaringen uitgewisseld.
Datum: zaterdag 8 mei 2021 (14.30 – 16.00 uur, inloop vanaf 13.30 uur, uitloop tot 16.30 uur)
Plaats: Gemeentezaal van de Michaelkerk in Veldhoven
Dorpsstraat122, 5504 HL Veldhoven
Kosten: € 17,50. U ontvangt na afloop een factuur.
Maximaal 15 deelnemers. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar.
Aanmelding: via info@wederzijds-stervenscultuur.nl
Ontwikkelen van inzichten en ervaringen rond het voortbestaan na de dood
Workshop met Jaap van de Weg in Zutphen
Elke opvatting over euthanasie hangt samen met onze opvattingen over de dood. De grote vraag daarbij is of de dood het einde betekent van ons bewustzijn, of dat er iets van ons voortleeft.
Om een beeld van een eventueel leven na de dood te vinden, schetst Jaap van de Weg (arts) een weg om daar zoekend, denkend en ervarend dichter bij te komen. Hieraan wordt in deze langere workshop (anderhalve dag) gezamenlijk gewerkt.
Gezien het intiem ervarende karakter van deze workshop kunnen maximaal 15 mensen deelnemen.
Datum: vrijdagavond 18 juni 2021 (20-22 uur) en zaterdag 19 juni (09.30-16.30 uur, inloop vanaf 09.00 uur).
Plaats: Badhuisweg 27, 7201GM Zutphen
Kosten: € 52.50. U ontvangt na afloop een factuur.
Maximaal 15 deelnemers. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar
Aanmelding: via info@wederzijds-stervenscultuur.nl
OPROEP om mee te werken aan een onderzoek vanuit Wederzijds
naar ervaringen met bewust stoppen met eten en drinken
De Onderzoeksgroep van stichting Wederzijds komt graag in contact met mensen die van nabij hebben meegemaakt dat een dierbare overleed door bewust te stoppen met eten en drinken of met mensen die zelf met dit proces van bewust stoppen met eten en drinken gestart zijn, maar tijdens het proces weer op hun besluit terugkwamen.
We zouden blij zijn als we u een vragenlijst mogen toesturen over het verloop van het proces en over uw ervaringen en gevoelens in die dagen en (eventueel) na het overlijden.
Onze Onderzoeksgroep bestaat uit een aantal antroposofische artsen, een palliatief verpleegkundige, een apotheker, een geestelijke van de Christengemeenschap en enkele bestuursleden.
Als u ons uw mailadres doorgeeft via info@wederzijds-stervenscultuur.nl zullen we u de betreffende vragenlijst toesturen.
VACATURE: Wederzijds zoekt een nieuwe penningmeester!
Omdat onze zeer gewaardeerde penningmeester Thom Kloes zich elders aan een belangrijke taak wijdt, is er een vacature ontstaan voor een nieuw bestuurslid als penningmeester.
Mocht u zich voor deze taak binnen het bestuur willen inzetten, dan graag een mail aan info@wederzijds-stervenscultuur.nl. We zullen u met vreugde begroeten, zodat Thom Kloes deze taak kan loslaten. Ons bestuur komt maandelijks bijeen. Het beheer van onze financiën vraagt niet veel tijd, wel is het belangrijk om mee te denken over de toekomstplannen van het bestuur. We komen maandelijks bij elkaar om alles voor te bereiden en onze reacties op actuele zaken met elkaar af te stemmen.
Nieuwe bestuursleden stellen zich voor
Marc Obbens
Tot mijn verrassing belde Ingrid Deij mij eind 2020 met de vraag om deel te gaan uitmaken van het bestuur van Wederzijds. Wij kennen elkaar uit de tijd dat ik actief was in de uitvaartbegeleiding. Dat werkveld bracht een ongelofelijke rijkdom aan ontmoetingen in mijn leven. Hoe vaak stond ik met naasten aan een sterfbed, in het plotselinge besef dat de gestorvene de zorg voor het aardse lichaam had losgelaten. Bij ons als achterblijvers ontstond meestentijds als vanzelf een gevoel van verantwoordelijkheid. Daarbij kwam diepe verwondering over de ondoorgrondelijke ommekeer die zich had voltrokken. Voelbaar was een stille oer-drang om deze mens te willen volgen naar waarheen hij was gegaan. Dit intense met elkaar ‘willen volgen’ leek te wijzen op een nieuwe ruimte, die achter of in dit niet-weten ligt. Een ruimte van overgave die ik beleef als intiem en tegelijk groots en verbindend. Standpunten en meningen blijken hierin niet behulpzaam. In deze onbevangenheid kan er mijns inziens sprake zijn van waarachtig ont-moeten. In de verwachtingsvolle hoop dat in deze ruimte ook de overledene ontmoet kan worden.
Ik ben gaan zien dat het leren leven mét de dood voor mijzelf en vele anderen enorm zuiverend en verbindend is. Aan dit thema hoop ik bij Wederzijds mijn steentje te kunnen bijdragen.
Alexandra Buijsman
Sinds enkele maanden ben ik lid van het bestuur van Stichting Wederzijds. Vijf jaar geleden werd ik ook al eens gevraagd, maar toen had ik er geen ruimte voor. Nu ben ik ingestapt, omdat ik het werk van de stichting van groot belang acht en het thema in mijn leven actueel is, daar mijn ouders tachtigers zijn. Graag werk ik mee om op allerlei manieren meer bekendheid te geven aan het leven na de dood, hoe je je daarop zelf kunt voorbereiden en hoe je het contact met de geestelijke wereld kunt verzorgen. Zeker in deze tijd waarin de angst voor ziekte en dood hoogtij viert is het van groot belang te werken aan een meer bewuste stervenscultuur.
Sinds mijn 10e jaar heb ik leren kennen wat de dood betekent, wat hij met de achterblijvers doet. Ik ben altijd nieuwsgierig geweest naar wat er komt na het aardse leven. Dat er iets komt, wist ik vanaf jongs af aan. In de antroposofie heb ik diepe esoterische ervaringskennis gevonden waarmee ik leef. Dat een geliefde oude dame van 93 in mijn armen stierf toen ik 27 jaar was, bracht een diepe liefdeservaring en heeft mij een groot vertrouwen gegeven in het leven na dit leven.
Graag zet ik mij in voor het belangrijke thema’s van de stichting, zoals:
– Meer bewustzijn wekken over het bestaan van de geestelijke wereld , de sferen waar gestorvenen doorheen gaan en hoe je gestorvenen kunt bijstaan.
– Hoe we ons kunnen voorbereiden op onze eigen dood.
– Palliatieve zorg, stervensbegeleiding, onderzoek naar alternatieven voor morfine en euthanasie.
– Verzorgen van het contact met gestorvenen.
Wat zou ik over mijn uitvaart willen vastleggen?
– drie avonden in Zeist
Nu er nieuwe bestuursleden zijn toegetreden, komen er nieuwe vragen en initiatieven. Zo bespreken we in het bestuur het ‘Sociaal Uitvaart-codicil’ van de hand van Marc Obbens. Daarna groeide bij Alexandra Buijsman de wens om deze mogelijkheid om de eigen wensen rond de uitvaart vast te leggen niet alleen te lezen, maar het proces ook zelf aan te gaan, met wie dat wil.
Daarom organiseren we drie bijeenkomsten voor belangstellenden die met elkaar willen zoeken naar antwoorden op de vraag:
Hoe bereid ik mij voor op mijn eigen sterven?
Tijdens deze avonden is er ruimte om samen inhoudelijk op eigen vragen in te gaan. Maar ook de praktische kant kan aan de orde komen. Immanuel Baan is hiervoor aanwezig om vanuit zijn werk als uitvaartbegeleider handvaten aan te reiken en vragen te beantwoorden.
Plaats: Boekerij de Phoenix, 1e Hogeweg 10 D te Zeist.
Datum en tijd: donderdagavond 3, 10 en 17 juni, van 19 tot 21 uur.
Kosten: € 7,50 per avond.
Aanmelden: info@wederzijds-stervenscultuur.nl
BRUGGEN TUSSEN LEVEN EN DOOD – ontmoetingen met gestorvenen
Auteur: Iris Paxino | Uitgeverij Christofoor | 2020 | 236 pagina’s | Prijs: € 22,95
Boekbespreking door Alexandra Buijsman
Wat gebeurt er met de ziel wanneer iemand overlijdt?
Hoe kun je de verbondenheid met iemand na het sterven vorm geven?
Hoe kun je dolende zielen ondersteunen in hun weg door de geestelijke wereld?
Deze vragen onderzoekt Iris Paxino in haar laatste boek. Nadat zij als kind in haar dromen haar geliefde overleden grootmoeder ontmoet, realiseert ze zich dat als de overledene haar kan vinden, het andersom ook mogelijk moet zijn. Zo gaat ze op zoek naar bruggen tussen leven en dood.
In dit boek vertelt zij op inspirerende wijze over haar ervaringen met overledenen en hun nabestaanden die ze opdeed in haar werk als psychologisch begeleider.
Steeds meer mensen hebben tegenwoordig ervaringen met dierbare overledenen, ongeboren kinderen, engelen en met Christus; dat zijn geen uitzonderingen meer. En steeds vaker zullen geestelijke ervaringen tot het repertoire van ons huidige bewustzijn gaan horen.
Na de drempelovergang
In diverse hoofdstukken beschrijft het boek de dood door de tijd heen, het stervensproces, het moment van de dood, de moeilijkheden die je bij het overgaan van de drempel en erna kunt tegenkomen, het verblijf in de etherwereld, de ontmoeting met het Christuswezen en de reis door de verschillende geestelijke sferen daarna.
Sterven
Een troostrijke gedachte is dat het stervensmoment geen moment van eenzaamheid is. Het aardse licht dooft, maar het geestelijke licht gaat branden. Engelwezens zijn aanwezig, overleden dierbaren wachten de overledene op, er is sprake van een bevrijding en wijder worden van zijn wezen. Deze drempelovergang heeft net als de geboorte een individuele signatuur.
We sterven eigenlijk drie keer. Eerst fysiek, dan onze levenskrachten en tenslotte ook astraal. Alleen onze geest kan binnentreden in de eigenlijke geest-wereld. Op de drempel van de etherische wereld naar de astrale wereld ontmoet iedere mensenziel het wezen van Christus, wordt door hem gezien en begrepen en ontvangt zijn liefde. Sommigen voelen zich meteen bevrijd, ervaren deze ontmoeting als een opwekkingsbelevenis, anderen hebben nog steun nodig.
Verlossingswerk
Dit gegeven raakte mij: niet iedere gestorvene herkent direct zijn engel en zwerft soms lange tijd gedesoriënteerd rond in de tussenwerelden. Zij hebben extra hulp nodig. Iris Paxino ziet het als haar opgave om via haar ‘verlossingswerk’ deze gestorvenen te helpen om zich bewust te worden van waar zij nu zijn en dat er een engel voor hen is, die ze mogen volgen. Deze inzichten helpen hen zich los te maken en hun reis te vervolgen.
Ze legt uit hoe je in contact kunt komen met overledenen in de verschillende sferen. Hoe je kunt letten op kleine subtiliteiten in het dagelijks leven. Contact met een overledene vraagt van ons om verstilling en concentratie. Het vraagt veel oefening om innerlijke geestelijke waarnemingen te onderscheiden van eigen wensgedachten.
Een boek vol waardevolle kennis en inspiratie om je serieus met dit thema bezig te houden, ook als voorbereiding op je eigen dood. Want het maakt uit hoe je sterft.
Top 10 van misverstanden rond het sterfbed
Bron: https://palliatievezorg.nl/levenseinde/misverstanden/
Auteur: Rob Bruntink
Het levenseinde is voor velen een moeilijk te bespreken onderwerp. Er zijn veel misverstanden op dat gebied. Dat maakt het praten erover niet makkelijker.
1: “De kanker is uitgezaaid. Ze kunnen niets meer voor me doen”
In het ziekenhuis kan worden geconstateerd dat curatieve behandelingen – die gericht zijn op genezing – niet meer aan de orde zijn voor iemand met kanker, bij voorbeeld omdat de tumor te hard groeit of omdat er sprake is van uitzaaiingen. Rondom deze constatering wordt vaak door de arts gesteld ‘dat we niets meer voor u kunnen doen.’ Patiënten krijgen te horen dat zij ‘uitbehandeld’ zijn. Echter: er wordt gedoeld op curatieve behandelingen. In het traject dat op de constatering volgt – en dit traject kan weken, maanden, jaren duren – zijn nog volop behandelingen beschikbaar. Dat zijn palliatieve behandelingen, gericht op verlichting van klachten. Ook bij palliatieve behandelingen kan het om chemotherapie of radiotherapie gaan. ‘Niets doen’ is pas aan de orde als de dood is ingetreden.
2: “Als je vecht en positief blijft, kun je kanker verslaan en ga je niet dood.”
Bij een groot deel van de Nederlanders bestaat het idee dat een positieve houding ten opzichte van je ziekte de overlevingskansen vergroot. Dat betreft met name de ziekte kanker. Natuurlijk is het zo dat stress het functioneren van het immuunsysteem beïnvloedt. Maar daarmee is niet gezegd dat ‘zorgen maken’ invloed heeft op de ontwikkeling van kankercellen. Hoe deze zich ontwikkelen, is een kwestie van geluk (goedaardig) of pech (kwaadaardig). Over het ‘vechten’ tegen kanker bestaan overigens soortgelijke gedachten. Zie de populariteit van de slogan ‘Opgeven is geen optie’, waarmee Stichting Alpe d’HuZes furore maakt. Wie overlijdt, is dus een loser, lijkt de moraal van het verhaal te zijn. Kanker is echter geen normatieve ziekte. Kanker oordeelt niet. Het doet maar wat, zonder aanziens des persoons, en zonder verschil te maken tussen mensen die ‘strijden’, die ‘berusten’ of die een andere vorm van coping hebben.
3: “Uiteindelijk moet je je aankomende dood accepteren, anders is het niet goed.”
In de theorie over verliesverwerking speelt de visie van de Amerikaanse psychiater Elisabeth Kübler-Ross nog steeds een grote rol. Hoewel ze de visie in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw in enkele boeken weergaf, zijn ze inmiddels compleet achterhaald. Dat is niet alleen door haarzelf geconstateerd (in recentere boeken, waarin ze schreef hoezeer ze betreurt dat ze verkeerd begrepen is), maar ook door moderne rouwdeskundigen in binnen- en buitenland. Toch bestaat er bij de meerderheid van de Nederlanders (waaronder, helaas, ook zorgverleners) nog steeds het idee dat men bepaalde rouwfasen in een vaste volgorde moet doorlopen, zodra er sprake is van een fatale diagnose en/of prognose: eerst dringt het niet tot je door en word je boos, dan ga je onderhandelen over je lot en volgt er een depressie, maar uiteindelijk accepteer je het gegeven. De gangbare gedachte over rouw is dat een geleden verlies eerder om integratie of verzoening vraagt, dan om acceptatie. Of dat rouw een langdurend proces is van ‘de pijn opzoeken’ en ‘de pijn vermijden’.
4: “Iedereen wil thuis sterven. Thuis is het beste.”
Uit diverse onderzoeken blijkt dat een overgrote meerderheid van de Nederlanders het liefst thuis wil sterven. Bij een groot deel van de mensen wordt deze wens geen realiteit; slechts 30 procent overlijdt in thuis. Als het sterven in verpleeg- en verzorgingshuizen wordt meegerekend (veel bewoners zien dat als ‘thuis’), overlijdt 65 procent thuis. Hoewel dit als een gemis voor een belangrijk deel van de Nederlanders wordt gezien (35%), ligt de praktijk anders. Thuis sterven is lang niet voor iedereen ideaal. Soms is het huis te klein, soms voelt men zich thuis niet veilig, soms is het voor de toekomstige nabestaanden niet prettig de stervende in huis te hebben.
5: “Ik wil een goede dood (of: ‘Ik wil waardig sterven’), dus ik wil euthanasie.”
Letterlijk betekent ‘euthanasie’ de goede dood (van ‘eu’ en ‘thanatos’, Grieks voor ‘goede’ en ‘dood’). Als het in de media over ‘de goede dood’ gaat, gaat het in 100% van de situaties over euthanasie. Aangezien euthanasie in slechts 4% van de sterfbedden aan de orde is, lijkt 96% van de sterfbedden geen goede dood te kunnen zijn. Dat is natuurlijk kolder. Het misverstand zegt veel over de publicatiekracht van euthanasiastenvereniging NVVE en de mate waarin de media zich door haar laten beïnvloeden. Hetzelfde geldt voor het begrip ‘waardig sterven’ dat door de NVVE zo ongeveer is gemonopoliseerd. Waardig sterven zónder euthanasie is gelukkig zeer goed mogelijk. Anders zou ieder hospice en iedere oncologische afdeling van een ziekenhuis een hel zijn.
6: “Ik kan kiezen voor palliatieve sedatie.”
Palliatieve sedatie is bedoeld om het bewustzijn tot een dusdanig niveau te verlagen dat de patiënt de ernstige klachten die hij heeft niet meer ervaart. In de praktijk is de sedatie dikwijls nodig totdat de patiënt sterft. De behandeling wordt bij zo’n 18% van de sterfbedden uitgevoerd, met name na klachten over pijn, benauwdheid, angst of een optelsom van dergelijke problemen. De beslissing om tot palliatieve sedatie over te gaan is aan de behandelend arts. Er kan dus niet door een patiënt voor gekozen worden. Uiteraard kunnen patiënten wel het initiatief nemen om over deze behandeling te praten. De arts ‘mag’ echter, volgens de richtlijn die artsen hierover hebben opgesteld, pas tot palliatieve sedatie overgaan als het sterven zeer nabij is (1 à 2 weken) en er sprake is van refractaire symptomen. Dit zijn symptomen die niet anders meer te verlichten zijn dan door het bewustzijn te verlagen. De arts staat als het ware met de rug tegen de muur.
7: “Ik heb een euthanasieverklaring, dus ik heb recht op euthanasie.”
Het grootste misverstand inzake euthanasie leidt regelmatig tot grote conflicten tussen patiënten en naasten enerzijds, en artsen (en hun beroepsorganisaties) anderzijds. De NVVE heeft in de eerste decennia na de introductie van de euthanasieverklaring misschien iets te weinig benadrukt dat het invullen van de verklaring geen garantie biedt op euthanasie. Er bestáát immers geen recht op euthanasie. Een euthanasievraag is een verzoek aan de arts, niets meer en niets minder. Uiteraard heeft een (actuele) euthanasieverklaring wel waarde: het kan de wens ondersteunen in een gesprek tussen arts en patiënt over euthanasie. Ook is het van waarde in relatie tot de mogelijke strafvervolging van de arts, na de uitvoering van een euthanasie.
8: “Als de arts eenmaal met morfine begint, dan ben je zo dood.”
Morfine wordt in de laatste levensfase regelmatig gebruikt ter bestrijding van pijn en benauwdheid, met name als andere middelen (bij pijn bij voorbeeld paracetamol en diclofenac) niet voldoende werken. Over morfine bestaan veel vooroordelen: het zou verslavend zijn, je hebt er telkens meer van nodig, het is de enige pijnbestrijder in de laatste levensfase en je gaat er eerder dood aan. Allemaal niet waar. Je gaat er hooguit eerder dood aan als de arts de dosis veel te snel ophoogt. Dat kan voor een ademdepressie zorgen, en daar kun je aan dood gaan.
9: “Sterven door te stoppen met eten en drinken is een vreselijke dood.”
Als alternatief voor euthanasie of hulp bij zelfdoding, wordt regelmatig het onderwerp ‘stoppen met eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen’ genoemd. Het is de ultieme optie voor de persoon die de regie in eigen hand wil houden. Uit de kring van euthanasie-voorstanders valt te horen dat dit geen redelijk alternatief is, omdat het per definitie tot een vreselijk naar sterfbed zou zorgen. Het zou gepaard gaan met pijn, onrust en vele andere klachten. Valt reuze mee. Sterker nog: met een goede voorbereiding en goede medische/verpleegkundige begeleiding leidt het meestal tot een rustig sterfbed. Voorwaarde is wel dat de persoon die ervoor kiest ouder dan 60 jaar én ziek is.
10: “Pijn lijden is niet meer nodig tegenwoordig. Ze kunnen zóveel.”
Er wordt nogal eens gesteld dat pijn lijden niet meer nodig is, omdat dokters er tegenwoordig zoveel tegen kunnen doen. Inderdaad heeft de kennis over pijnbehandeling een hoge vlucht genomen: het is in enkele decennia tijd van stiefkind van de geneeskunde tot hart van de palliatieve geneeskunde gegaan. Dit betekent echter niet dat pijn op het sterfbed niet meer voorkomt. De garantie dat iedere patiënt 100% pijnvrij richting einde kan gaan zal geen enkele arts durven geven. Dat geldt voor de fysieke pijn, maar zeker voor spirituele, existentiële pijn. Soms is daar niets tegen te doen.
ONLANGS VERSCHENEN
TUSSENLAND
Jannie Oskam | Illustraties Dieske van Beemst | EAN 9789493127128 |
Uitgeverij De Graaff | 2021 | Prijs: € 20,-
Wie niet meer kan genezen, komt terecht in Tussenland: een overgangsgebied tussen leven en dood waarin je de weg niet kent en waarvan je de taal niet spreekt.
Daarom is er behoefte aan wegwijzers. Met ontwapenende openhartigheid – en de nodige zelfspot – beschrijft Jannie Oskam wat haar overkwam toen bij haar in 2019 uitgezaaide borstkanker werd geconstateerd. Het prikkelde haar nieuwsgierigheid en ze ging op onderzoek uit.
Haar ervaringen verweeft ze met de verhalen van zes ‘medereizigers’, zes zorgprofessionals en diverse experts. Zo ontstaat een rijkgeschakeerd beeld van het leven met een aangezegde dood en van de waarde van palliatieve zorg.
Veel mensen denken dat deze zorg alleen bedoeld is voor de laatste weken van het leven. Niets is minder waar. Een verblijf in Tussenland kan jaren duren, wat nieuwe vragen en dilemma’s met zich meebrengt. Ook professionals hebben vaak geen goed beeld van de palliatieve zorg. Of ze durven er niet over te praten. Het gevolg is dat veel mensen na de diagnose ‘ongeneeslijk ziek’ verstoken blijven van goede zorg.
Dit is een waardevol boek voor iedereen die te maken heeft met palliatieve zorg: van patiënten, naasten en zorgverleners tot managers, bestuurders, beleidsmakers en financiers. Door haar kennis van zaken en haar even beeldende als heldere schrijfstijl is Jannie Oskam als geen ander in staat om dit lastige onderwerp op toegankelijke wijze te ontsluiten.
Jannie Oskam (1954) studeerde sociale wetenschappen en heeft dertig jaar werkervaring in de zorg. In 2015 verloor ze door borstkanker haar baan als organisatieadviseur. Sindsdien is ze actief als mee- en tegendenker. In 2015 verscheen haar eerste boek: ‘Zo gaan we het doen! Samen beslissen bij borstkanker’. Zij treedt op als spreker en gastdocent en brengt het perspectief van patiënten gevraagd en ongevraagd onder de aandacht.
0 reacties